Kamerbrief aanpak personeelstekort

Rustige dagen goedkoper, zo kopten vele media vorige week naar aanleiding van de Kamer brief van Minister van SZW Karin van Gennip begin september. Helaas werd daarmee de essentie van de voorstellen voor aanpak van de personeelstekorten gemist. Alhoewel er aanbieders zijn die experimenteren met het aanbieden van lagere tarieven voor de woensdag en vrijdag is dat niet een structurele oplossing.

De huidige tarieven van kinderopvangorganisaties liggen gemiddeld 3,4 % voor dagopvang en 7,9 % voor BSO hoger dan het maximum uurtarief en het zal gedurende het jaar blijken (zoals ieder jaar) dat het verschil tussen de aangeboden tarieven en het maximum uurtarief steeds groter wordt terwijl de marges verminderen. Het goedkoper maken van 2 van de 5 dagen zal verdere druk zetten op de rentabiliteit van de aanbieders. Ongewenst en structureel vrijwel onmogelijk gegeven dat de personeelskosten hard stijgen. Het hoge aantal vacatures die vaak tijdelijk opgevangen worden door het groeiende aantal pedagogische medewerkers die als ZZP-ers werken, het hogere ziekteverzuim, hogere CAO en wervingskosten laat een kostenstijging zien die voor 2023 hoger uitvalt dan de 5,6 % die is voorzien voor de indexering van het maximum uurtarief. Als meer scholen iedere dag van de week hetzelfde rooster gaan volgen, nu slechts 25 %, zal dat meer effect hebben dan een prijsverlaging.

Belangrijker zijn de andere onderdelen van de aanpak van de personeelstekorten die de Minister voorstelt naar aanleiding van overleg met de sector. Deze bestaan uit:

  • Nieuw personeel aantrekken: door verruiming van de inzet van beroepskrachten in opleiding, ondersteuning arbeidsmarktcampagnes, het inzetten van groepshulpen, zij-instroom en modulair opleiden en de inzet van nieuwkomers. Die laatste bijvoorbeeld als groepshulp om ervaring op te doen en door te kunnen stromen naar pedagogisch medewerker.

  • Huidige personeel behouden: Hierbij gaat het bovenal om het verminderen van werkdruk en mogelijkheid tot differentiatie in werk van de pedagogische professionals. Ten aanzie van de werkdruk gaat het om het Vaste Gezichten Criterium (VGC) voor baby’s, de 3-uursregeling en flexibiliteit in de BSO. Meer mogelijkheden voor een divers en uitdagend activiteitenaanbod door het wegnemen van belemmeringen in de kwaliteitseisen weg te nemen. Onder andere door de BKR op locatieniveau berekenen (in plaats van op groepsniveau), eenvoudiger maken om locaties te clusteren tijdens vakantieperiodes en vrije dagen en het inzetten van anders gekwalificeerde medewerkers (bijvoorbeeld op het gebied van sport, muziek, cultuur, etc.) in de BSO. Ook wordt er gekeken naar de manier waarop personeel behouden kan worden en de uitstroom naar ZZP verminderd kan worden. Ook het aantrekkelijker

  • Meer uren werken stimuleren: Op welke wijze kan de deeltijdfactor beïnvloed worden? Loont het om extra te gaan werken? Wat is er voor nodig om combinatiebanen makkelijker mogelijk te maken, dat geldt vooral in de BSO. Betere spreiding over de week zou niet alleen voor de sector kinderopvang de problematiek van personeelstekorten verminderen. Een vijfgelijke dagen model maakt het voor alle ouders eenvoudiger om arbeid en kinderen te combineren, ongeacht de tarieven.

Deze wijzigingen gaan zo mogelijk er 1 januari 2024 in, de branche dringt bij de Minister aan op coulance regelingen voor de periode van nu tot de invoeringsdatum gegeven de huidige grote tekorten.

Vorige
Vorige

Oplossingsrichtingen knelpunten kinderopvang 2023 en daarna

Volgende
Volgende

Personeelstekorten in de kinderopvang vraagt om politieke keuzes